3. Continuïteit

Gedurende 2022 is het mondiale vliegverkeer toegenomen waardoor de opbrengsten uit heffingen voor LVNL over 2022 hoger zijn dan in voorgaande jaren. Hoewel er nog steeds sprake is van een negatief resultaat leidt de opbrengstenstijging tot verbeterde resultaten over 2022. De resultaten zijn eveneens beter dan was begroot voor het jaar 2022. Door het negatieve resultaat over 2022 blijft het eigen vermogen van LVNL per 31 december 2022 negatief. Er is echter geen sprake van een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit van het geheel van de werkzaamheden van de organisatie.

LVNL ontleent haar bestaansrecht aan de wettelijk taak zoals beschreven in de Wet luchtvaart (artikel 5.13 lid 1a) en continuïteit is daarom geen vraagstuk voor LVNL. De luchtvaartsector is weer op gang gekomen na de COVID-19-pandemie en dat is ook zichtbaar in de stijgende verkeersvolumes. De omzet uit heffingen, de belangrijkste opbrengstenstroom, is 73% gestegen ten opzichte van 2021 maar is nog niet op het volledige niveau van voor de COVID-19-pandemie. Het resultaat over boekjaar 2022 is 24,3 miljoen euro negatief. Het eigen vermogen van LVNL daalt met dit negatieve resultaat over het boekjaar van 134,7 miljoen euro negatief naar 159,0 miljoen euro negatief. Eind november 2022 is het aangepaste prestatieplan voor referentieperiode 3 (2020-2024) van LVNL goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit betekent dat LVNL vanaf 2023 start met het verrekenen van de COVID-19-verliezen van de jaren 2020 en 2021 met afnemers van luchtverkeersleidingsdiensten, zijnde de luchtvaartmaatschappijen. De verrekening vindt plaats in zeven jaar.

De huidige liquiditeit is gewaarborgd voor minimaal een jaar in de vorm van een kredietfaciliteit. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat garant voor LVNL voor een rekening-courant positie van 275 miljoen euro en de totale leningsfaciliteit bij Schatkistbankieren. Hiermee is de liquiditeit gewaarborgd tenminste tot eind 2023 rekening houdend met de uitgaven voor onder andere de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem. Daarnaast worden met deze kredietfaciliteit ook de contributies aan EUROCONTROL en MUAC voor 2023 gegarandeerd. Doordat LVNL in 2023 start met het verrekenen zal de rekeningcourant positie naar verwachting afnemen gedurende het komende jaar.

De Staat c.q. ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is op basis van internationale verdragen verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van luchtverkeersleiding in het nationale luchtruim. Als het ministerie daaraan geen of niet voldoende invulling geeft, dan komt zij haar verantwoordelijkheid als Staat onder het VN-Verdrag van Chicago niet na. Continuïteit van de wettelijke taak die LVNL uitvoert is daarom van cruciaal belang voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Als door enige reden (extern of intern) de continuïteit van de dienstverlening bedreigd wordt, dan zal het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uit dien hoofde onmiddellijk in overleg treden met LVNL om te bezien onder welke voorwaarden de continuïteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd.

LVNL verwacht dat gedurende 2023 het herstel verder doorzet en baseert zich daarbij onder andere op EUROCONTROL STATFOR. Zij verwacht in haar ‘base scenario’ dat de omvang van het vliegverkeer in 2025 weer gelijk is aan het niveau van voor de COVID-19-pandemie. Hierin is het kabinetsbesluit om het maximum aantal toegestane vliegtuigbewegingen van en naar Schiphol te reduceren tot 440.000 per jaar niet meegenomen.

De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van LVNL.