3. Continuïteit

Begin 2020 zijn we geconfronteerd met het coronavirus in Nederland. De COVID-pandemie heeft ook gedurende het jaar 2021 geresulteerd in een lager dan normaal verkeersvolume en daarmee ook een fors lagere omzet voor LVNL. Het coronavirus raakt LVNL daarmee fors en dit heeft geleid tot een negatief resultaat over het boekjaar 2021. Door het negatieve resultaat over 2021 blijf het eigen vermogen van LVNL per 31 december 2021 negatief. Er is echter geen sprake van een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit van het geheel van de werkzaamheden van de organisatie.

LVNL ontleent haar bestaansrecht aan de wettelijk taak zoals beschreven in de Wet luchtvaart (artikel 5.13 lid 1a) en continuïteit is daarom geen vraagstuk voor LVNL. De huidige crisis heeft wel impact op de bedrijfsvoering omdat de luchtvaartsector hard is geraakt en de verkeersvolumes nog steeds lager zijn dan voor de COVID-pandemie. De omzet uit heffingen, de belangrijkste opbrengstenstroom, is licht gestegen ten opzichte van 2020 maar door COVID-19 nog fors lager dan eerdere jaren. Ten opzichte van 2019 is er sprake van een lagere omzet uit heffingen van 38,9 procent. Het resultaat over boekjaar 2021 is 98,1 miljoen euro negatief. Het eigen vermogen van LVNL daalt met dit negatieve resultaat over het boekjaar van 36,4 miljoen euro negatief naar 134,6 miljoen euro negatief. In de gewijzigde prestatiesturingsregeling zijn afspraken vastgelegd over de spreiding van het verrekenen van de ontstane tekorten met de afnemers van de luchtverkeersleidingsdiensten, de luchtvaartmaatschappijen. Deze verrekening zal plaatsvinden in toekomstige jaren startend vanaf 2023.

De huidige liquiditeit is gewaarborgd voor minimaal een jaar in de vorm van een kredietfaciliteit. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat garant voor LVNL voor een rekening-courant positie van 275 miljoen euro en de totale leningsfaciliteit bij Schatkistbankieren. Hiermee is de liquiditeit gewaarborgd tenminste tot eind 2022 rekening houdend met de uitgaven voor onder andere de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem. Daarnaast worden met deze kredietfaciliteit ook de contributies aan EUROCONTROL en MUAC voor 2022 gegarandeerd.

De Staat c.q. ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is op basis van internationale verdragen verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van luchtverkeersleiding in het nationale luchtruim. Als het ministerie daaraan geen of onvoldoende invulling geeft, dan komt zij haar verantwoordelijkheid als Staat onder het VN-Verdrag van Chicago niet na. Continuïteit van de wettelijke taak die LVNL uitvoert is daarom van cruciaal belang voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Als door enige reden (extern of intern) de continuïteit van de dienstverlening bedreigd wordt, dan zal het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uit dien hoofde onmiddellijk in overleg treden met LVNL om te bezien onder welke voorwaarden de continuïteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd.

LVNL verwacht dat gedurende 2022 en verder maar voorzichtig herstel optreedt. Er zijn diverse maatregelen ingesteld om de continuïteit van onze dienstverlening te waarborgen. De focus voor 2022 ligt, net als in 2021, op het beperken van uitgaven. Op de langere termijn probeert LVNL de effecten te beperken van de n+2 verrekening met de luchtvaartmaatschappijen in toekomstige jaren, als gevolg van de verkeersterugval vanaf 2020 en de komende jaren. Dit gebeurt in overleg met het ministerie en de overige stakeholders.

De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van LVNL.