29. Gerelateerde partijen

De Staat der Nederlanden en de minister van Infrastructuur en Waterstaat

De Staat der Nederlanden is verantwoordelijk voor de wetgeving voor het verlenen van luchtverkeersdiensten. Uit artikel 5.14, lid 1, van de Wet luchtvaart blijkt dat binnen het vluchtinformatiegebied Amsterdam luchtverkeersdiensten kunnen worden verleend door: a) LVNL en b) de minister van Defensie. 

Uit artikel 5.14, lid 2, van de Wet luchtvaart blijkt dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Defensie samen bepalen welke instanties luchtverkeersdiensten mogen verlenen.

Door de minister van Infrastructuur en Waterstaat wordt jaarlijks bepaald welk deel LVNL ontvangt vanuit de verrekeningen EUROCONTROL en hoe LVNL deze moet bestemmen.

Voor 2021 is deze als volgt bepaald:

(bedragen in € 1.000)

Verrekeningen EUROCONTROL

10.901

af:

Vergoeding vrijgestelde vluchten

-2.243

Vergoeding VFR

-589

Airspace management function

-438

Vergoeding Bonaire

-425

-3.695

Vrij besteedbare deel verrekeningen EUROCONTROL 2021

7.206

Omdat de luchthaven Lelystad nog niet in gebruik is en de dienstverlening daarom niet kan worden verrekend in de tarieven heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat besloten om het deel ter hoogte van de gemaakte kosten, zijnde 4,3 miljoen euro in het jaar 2021 (8,6 miljoen euro in 2020) van de verrekeningen EUROCONTROL te gebruiken voor compensatie van de ontwikkelkosten en exploitatiekosten voor deze luchthaven. Het resterende deel van 2,9 miljoen euro komt ten bate van het bestemmingsfonds en-route.

Ontvangen bijdragen Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

In 2021 heeft LVNL voor een tweetal specifieke thema’s een bijdrage ontvangen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Besteding dient plaats te vinden aan het specifieke doel. Tot op heden heeft voornamelijk inventarisatie plaatsgevonden. Besteding aan de doelstelling zal plaatsvinden gedurende 2022.

Doelstelling van de bijdrage

Bedrag

Besteed t/m 31 december 2021

Verbetering informatiehuishouding

275.000 euro

Nog geen besteding

D-AIM implementatie voor onbemande luchtvaartuigen

266.219 euro

Nog geen besteding

Joint ventures

LVNL heeft belangen in een tweetal joint ventures waarin LVNL gezamenlijke zeggenschap uitoefent in bedrijfsvoering en financieel beleid.

Stichting KDC (Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol). Deze stichting heeft als doel het ontwikkelen en integreren van kennis om te komen tot oplossingen die het mogelijk maken de positie van de luchtvaart in Nederland in het algemeen en de Mainportpositie van Amsterdam Airport Schiphol in Europa in het bijzonder, zeker te stellen en uit te bouwen. In deze stichting nemen naast LVNL ook Schiphol Nederland B.V. en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij deel.

Stichting Bas (Bewonersaanspreekpunt Schiphol). Deze stichting is opgericht door LVNL en Schiphol Nederland B.V. met als doel de registratie, behandeling, analyse en rapportage van klachten over luchtvaartactiviteiten die op en in de omgeving van Amsterdam Airport Schiphol plaatsvinden, het geven van informatie daarover en al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

Naam

Plaats van vestiging

Direct/indirect belang

Stichting KDC

Schiphol

33 procent

Stichting Bas

Schiphol

50 procent

Deze joint ventures worden gewaardeerd volgens de netto-vermogenswaardemethode. Voor 2021 en 2020 is de nettovermogenswaarde van deze joint ventures gelijkgesteld aan 0 euro.

Voor beide stichtingen heeft LVNL geen oprichtingskapitaal gestort. De kosten van de door deze stichtingen verrichte diensten zijn opgenomen onder de algemene kosten in de exploitatierekening.

In 2021 bedragen de kosten voor Stichting KDC 63 duizend euro (2020: 64 duizend euro) en voor Stichting Bas 278 duizend euro (2020: 228 duizend euro).

Topfunctionarissen

Voor informatie over transacties met de bestuursleden en de leden van de raad van toezicht verwijzen wij naar toelichting 30. Er zijn met het bestuur en de raad van toezicht als gerelateerde partijen in 2021 geen andere transacties geweest dan salarissen en de verstrekte vergoedingen genoemd in de toelichting.