Vooruitblik naar 2024

Ook in 2024 begeleidt LVNL het vliegverkeer veilig, efficiënt en met zo min mogelijk hinder voor de samenleving van en naar de Nederlandse luchthavens. Het Nederlandse luchtruim behoort tot de drukste en meest complexe ter wereld. Schiphol blijft, ondanks de kleine thuismarkt, een hub voor Europa en de rest van de wereld. Daarmee is de luchthaven een belangrijke speler op het gebied van aantal vluchten, passagiers en vracht. Onze verkeersleiders, technici, procedureontwerpers en alle andere experts leveren elke dag een topprestatie om dit mogelijk te maken.

We zien dat de eisen die gesteld worden aan een gezonde leef- en werkomgeving vanuit de samenleving en de politiek snel veranderen. LVNL zorgt vanuit haar expertise voor stabiliteit en continuïteit: op die manier stellen wij zeker dat in al deze dynamiek de veiligheid van het vliegverkeer gewaarborgd blijft.

Binnen het programma Minder hinder Schiphol blijft LVNL zich samen met de luchthaven en de luchtvaartmaatschappijen inzetten om hinder in de omgeving van Schiphol waar mogelijk te beperken. Zo werken we aan een hinderbeperkende maatregel om de voorspelbaarheid van vertrekkend verkeer te verbeteren (Departure Manager). Ook werken we, waar we kunnen, met de luchthaven en de sectorpartijen samen om een gezondere werkomgeving te creëren voor platformmedewerkers. Als partner in de luchtvaartsector levert LVNL hier een constructieve bijdrage aan. Dit doen we vanuit onze expertise op het gebied van de grondoperatie. Zo gaan we in 2024 van start met de inzet van een Taxibot voor taxiënde vliegtuigen naar de Polderbaan. Een Taxibot is een speciaal sleepvoertuig dat een vol vliegtuig zonder draaiende motoren naar de start- of landingsbaan kan brengen.

Daarnaast werken we binnen het programma Luchtruimherziening aan een stillere en schonere luchtvaart en een verbeterde militaire missie-effectiviteit. LVNL werkt in dit programma van het ministerie van IenW samen met het ministerie van Defensie, het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC). Door waar mogelijk kortere routes te maken en landende vliegtuigen zoveel mogelijk continu te laten dalen, is er minder geluidsoverlast voor de omgeving en ontstaat er minder uitstoot. Het eerste implementatie-project hiervoor is inmiddels opgestart: Hoger Naderen Schiphol – stap 1 (HNS-1). Doel van dit project is om nog voor de realisatie van de Luchtruimherziening, een (korte) vaste naderingsroute in te voeren waarmee een vliegtuig een continu dalende nadering kan uitvoeren. We doen hiermee operationele ervaring op met vaste naderingsroutes in combinatie met continu dalen in de Schiphol dag-operatie. Ook wordt zo ervaring opgedaan met de wijze waarop de participatie met de omgeving moet worden ingericht over de ligging van zo’n vaste naderingsroute. Het succes van dit traject is mede afhankelijk van overige wensen die aan LVNL gesteld worden rond het hinderdossier met betrekking tot Schiphol.

Voor de zomer 2024 hebben we een maximaal aantal bewegingen per etmaal bepaald en enkele operationele beperkingen ingesteld. Deze maatregelen zijn nodig om het door Schiphol gevraagde aantal vluchten te kunnen afwikkelen. We gaan in 2024 al aan de slag met de voorbereiding voor de zomer van 2025 en continueren de maatregelen als dat nodig is. We voorkomen zo een overload aan werk in de operatie en houden voldoende capaciteit om mensen op te leiden.

Om voldoende verkeersleiders op te kunnen leiden gaan we in 2024 verder op de ingeslagen weg om delen van de opleiding extern te laten uitvoeren. Het voornaamste effect op de korte termijn is dat hierdoor een kleiner beslag wordt gelegd op uren van operationele verkeersleiders. Zo blijven zij inzetbaar om ons primaire product te leveren.

Ook werken we verder aan het verduurzamen van onze eigen bedrijfsvoering en leveren we een bijdrage aan de verduurzaming van onze partners. We investeren onder andere in onze gebouwen, ons wagenpark en maken het openbaar vervoer aantrekkelijker voor onze medewerkers. Daarnaast werken we aan kortere routes, verdere optimalisering van ons flow management en gaan we binnen 1ATM werken aan verdere flexibilisering met betrekking tot gebruik van het luchtruim. De stuurgroep 1ATM richt zich op integratie binnen het risicobudget dat 1 juli 2024 als einddatum heeft. Dit is afhankelijk van de voortgang op de doorlooptijden van de meest kritieke dossiers, zie ook de informatie over 1ATM in het hoofdstuk ‘Topprojecten en -prioriteiten’. 

In het Nederlandse luchtruim vliegen, om verschillende redenen, steeds meer drones (onbemand vliegverkeer). Sinds 2022 wordt in het programma Onbemande luchtvaart toegewerkt naar de veilige en efficiënte integratie van bemande en onbemande luchtvaart in één luchtruim. Daarvoor is het belangrijk dat elke partij dezelfde en correcte informatie heeft: dit is de Common Information Service (CIS). De CIS dient als provider van informatie voor het beheer van onbemand vliegverkeer. In dat systeem worden alle data samengebracht waarmee een volledig verkeersbeeld wordt gevormd. LVNL ziet de CIS-rol als basis voor de ontwikkeling van onbemande luchtvaart en de veilige integratie met bemand vliegverkeer in het Nederlandse luchtruim. Een van de stappen die we in 2024 zetten om ons voor te bereiden op deze rol is het onderzoeken van de impact van de CIS-dienstverlening op de LVNL-organisatie.

Als een partner voor innovatie ontwikkelt LVNL een innovatie-ecosysteem door bestaande partnerschappen en samenwerkingsverbanden uit te breiden. Partners worden uitgedaagd om samen nieuwe technologieën te ontwikkelen, te testen en in te voeren in de unieke context van het Nederlandse luchtruim en Schiphol. Daarmee maakt LVNL zich klaar voor de toekomst. iLabs, een intensief samenwerkingsverband met de TU Delft, is hiervan een mooi voorbeeld. We zijn daarmee in staat nieuwe concepten snel, hoogwaardig en met betrokkenheid van de operatie te ontwikkelen samen met de talenten van de toekomst.

Financiën 

De tarieven voor 2024 zijn bepaald op basis van het goedgekeurde performanceplan 2019-2024 (RP3). In overeenstemming met de regelgeving is 2024 het tweede jaar waarin de verliezen die zijn geleden in de COVID-19-jaren 2020 en 2021 worden verrekend met de luchtvaartmaatschappijen. Met deze verrekening is LVNL in staat om het negatieve rekening-courantsaldo af te lossen. Het verkeersvolume is echter lager dan was verwacht in RP3, resulterend in minder opbrengsten. De lasten zijn hoger, onder andere door de hogere rentelasten. Daardoor is per saldo de aflossing beperkt zichtbaar op het rekening-courant.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat in het licht van bovenstaande garant voor LVNL voor een rekening-courantpositie van maximaal 275 miljoen euro. De verwachting is dat de liquiditeit hiermee geborgd is voor het komende jaar. Daarnaast staat het ministerie garant voor langlopende leningen waarmee de uitgaven voor onder andere de vervanging van het luchtverkeersleidingsysteem zijn geborgd.

We ervaren sinds 2022 de gevolgen van de gestegen inflatie, denk hierbij aan gestegen energie- en inkoopprijzen, maar ook gestegen rente. Dit zal ook in 2024 het geval zijn. Waar de energietarieven voor 2024 al aan het begin van 2023 zijn vastgezet – en de omvang van de kosten dus duidelijk is – is dat niet het geval voor de rente op de rekening-courant. LVNL betaalt een variabele rente over het lopende saldo en kan door de afspraken hierover met het ministerie van Financiën dit rentetarief niet vastzetten.