Capaciteitsprestaties
Een andere manier waarop LVNL helpt om de uitstoot te beperken, is het zorgvuldig monitoren van de verkeersdrukte en het afstemmen van het aanbod van verkeer op de beschikbare capaciteit. Wanneer er beperkingen zijn, wachten vliegtuigen voordat ze naar Schiphol vertrekken op de grond tot er plek is en wordt voorkomen dat vliegtuigen rondjes moeten vliegen voordat ze kunnen landen. Twee indicatoren waarover wij in het kader van de capaciteitsprestatie rapporteren, de betrouwbaarheid van de uurcapaciteit en de gemiddelde vluchtvertraging, worden in deze paragraaf nader toelicht.
Betrouwbaarheid uurcapaciteit eerste inboundpiek
Deze grafiek toont de tot doel gestelde en gerealiseerde prestatie ten aanzien van de betrouwbaarheid (sustainability), ofwel dat de afgegeven capaciteit ook daadwerkelijk kan worden waargemaakt in de eerste piek van verkeer met bestemming Amsterdam Airport Schiphol. LVNL is verantwoordelijk voor de realisatie van deze doelstelling.
In 2023 was de betrouwbaarheid van de uurcapaciteit voor de eerste inboundpiek ofwel landingspiek 94,7 procent bij een norm van 95 procent. In 2022 was dit 95,7 procent. Het is voor het eerst sinds jaren dat de betrouwbaarheid (net) onder de norm van 95,0 procent is uitgekomen voor het kalenderjaar.
Gedurende het jaar was er in zes maanden sprake van een lagere betrouwbaarheid als gevolg van ongunstige omstandigheden gedurende de eerste inboundpiek. Tijdens relatief veel inboundpieken kwam de beschikbare capaciteit lager uit dan 68 landingen per uur. Dit was met name het geval in de maanden januari en februari (vanwege wind- en zichtcondities), maart en april (door zicht- en windcondities en baanonderhoud) en mei (windcondities al dan niet in combinatie met baanonderhoud). Ten slotte was er in december 2023 sprake van een zeer lage betrouwbaarheid (88,9 procent) als gevolg van ongunstige windcondities.
In de herstelperiode na COVID-19 is er op momenten nog steeds sprake van lagere aantallen vluchten dan in 2019. Er is besloten om sustainability te rapporteren op honderd procent als er onvoldoende aanbod was tijdens nominale condities. LVNL kon immers in die situaties de capaciteit leveren die de luchtvaartmaatschappijen nodig hadden.
Gemiddelde vluchtvertraging gerelateerd aan luchtverkeersleidingsdienstverlening (ATFM)
Voor de laatste drie jaar van de derde referentieperiode[1] (2020-2024) zijn alleen capaciteitsdoelen voor de gemiddelde air traffic flow management (ATFM) vertraging vastgesteld voor individuele luchtverkeersdienstverleners. Er gelden aparte normen voor de totale vertraging met alle redenen en voor maximale vertraging met door de luchtverkeersdienstverleners beïnvloedbare redenen, waaronder luchtverkeersleidingscapaciteit, beschikbaarheid personeel, speciale evenementen, medegebruik van luchtruim door militairen en uitval van technische apparatuur.
Gemiddelde en-route ATFM vertraging per vlucht in 2023.
CRSTMP staat voor: C – Air traffic control capacity, R – Air traffic control routings, S – Air traffic control staffing, T – Air traffic control equipment, M – Airspace Management, P – Special event
De indicatieve waarden voor de gemiddelde en-route ATFM-vertraging zijn 0,07 minuut per gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,06 minuut per gecontroleerde vlucht voor de beïnvloedbare redenen. LVNL heeft daarmee beide jaarnormen voor 2023 gehaald. De hoeveelheid en-route ATFM-vertraging was in 2023 wel meer dan het jaar ervoor. De voornaamste redenen hiervoor waren militaire oefeningen in september en oktober, en een valschermspringevenement in september. In 2022 was de gemiddelde en-route ATFM-vertraging voor LVNL 0,04 minuut per gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,03 minuut voor beïnvloedbare redenen.
Gemiddelde airport ATFM-vertraging per arrival in 2023.
In 2023 was de gemiddelde airport ATFM-vertraging 2,42 minuten per aankomende vlucht op Schiphol voor alle redenen en 0,02 minuut voor beïnvloedbare redenen. LVNL heeft daarmee wel de norm gehaald voor de vertraging door luchtverkeersdienstverleners beïnvloedbare redenen, maar niet die voor alle redenen. De voornaamste oorzaken daarvoor waren onderhoud aan de Aalsmeerbaan in het tweede kwartaal en ongunstige weersomstandigheden, vooral in het tweede en vierde kwartaal. Een hoger verkeersaanbod dan de nominale capaciteit was in de eerste helft van het jaar minder vaak een oorzaak dan in de pre-COVID-19-jaren.