3. Continuïteit
Gedurende 2023 is het mondiale vliegverkeer toegenomen waardoor de opbrengsten uit heffingen voor LVNL over 2023 hoger zijn dan in voorgaande jaren. Daarnaast is in 2023 gestart met het verrekenen van COVID-19-verliezen. Hoewel er nog steeds sprake is van een negatief resultaat leidt de opbrengstenstijging tot verbeterde resultaten over 2023. De resultaten zijn lager dan begroot voor het jaar 2023, hoofdzakelijk door gestegen kosten en hogere rentelasten. Door het negatieve resultaat over 2023 blijft het eigen vermogen van LVNL per 31 december 2023 negatief. Er is echter geen sprake van een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit van het geheel van de werkzaamheden van de organisatie.
LVNL ontleent haar bestaansrecht aan de wettelijk taak zoals beschreven in de Wet luchtvaart (artikel 5.13 lid 1a) en continuïteit is daarom geen vraagstuk voor LVNL. De luchtvaartsector is weer op gang gekomen na de COVID-19-pandemie en dat is ook zichtbaar in de stijgende verkeersvolumes. De omzet uit heffingen, de belangrijkste opbrengstenstroom, is 25% gestegen ten opzichte van 2022, maar is nog niet op het volledige niveau van voor de COVID-19-pandemie. Het resultaat over boekjaar 2023 is 14,8 miljoen euro negatief. Het eigen vermogen van LVNL daalt met dit negatieve resultaat over het boekjaar van 159,0 miljoen euro negatief naar 173,5 miljoen euro negatief.
Het totale COVID-19-verlies uit 2020 en 2021 van LVNL bedraagt 233,4 miljoen euro. LVNL mag dit verspreid over zeven jaar terugvorderen bij de luchtvaartmaatschappijen via de tarieven. Het terugvorderen is gestart in 2023. In 2023 is in totaal 31,1 miljoen euro teruggevorderd. Dat is minder dan 1/7 deel van de totale schuld. Dit komt omdat er in 2023 minder is gevlogen dan oorspronkelijk was verwacht en begroot. Het verschil, wat dus niet is teruggevorderd in 2023, wordt in overeenstemming met de geldende regelgeving in 2025 alsnog op de luchtvaartmaatschappijen verhaald. Zo wordt uiteindelijk de hele schuld ingelost. LVNL loopt dus geen risico op het terugvorderen van COVID-19-verlies.
De huidige liquiditeit is gewaarborgd voor minimaal een jaar in de vorm van een kredietfaciliteit. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat garant voor LVNL voor een rekening-courant positie van 275 miljoen euro en de totale leningsfaciliteit bij Schatkistbankieren. Hiermee is de liquiditeit gewaarborgd tenminste tot eind 2024 rekening houdend met de uitgaven voor onder andere de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem. Daarnaast worden met deze kredietfaciliteit ook de contributies aan EUROCONTROL en MUAC voor 2024 gegarandeerd. Doordat LVNL in 2023 is gestart met het verrekenen zal de rekeningcourant positie naar verwachting afnemen gedurende de komende jaren.
De Staat c.q. ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is op basis van internationale verdragen verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van luchtverkeersleiding in het nationale luchtruim. Als het ministerie daaraan geen of niet voldoende invulling geeft, dan komt zij haar verantwoordelijkheid als Staat onder het VN-Verdrag van Chicago niet na. Continuïteit van de wettelijke taak die LVNL uitvoert is daarom van cruciaal belang voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Als door enige reden (extern of intern) de continuïteit van de dienstverlening bedreigd wordt, dan zal het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uit dien hoofde onmiddellijk in overleg treden met LVNL om te bezien onder welke voorwaarden de continuïteit van de dienstverlening kan worden gegarandeerd.
LVNL verwacht dat gedurende 2024 het herstel verder doorzet en baseert zich daarbij onder andere op verwachtingen die EUROCONTROL STATFOR heeft doorgerekend.
De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van LVNL.