Financiële resultaten
Financiële resultaten
Exploitatieoverzicht
(Bedragen in € 1.000) |
2024 |
Begroting |
Verschil |
2023 |
Verschil |
Bedrijfsopbrengsten |
316.497 |
308.761 |
7.736 |
290.749 |
25.748 |
Bedrijfslasten |
327.109 |
314.811 |
12.298 |
295.776 |
31.333 |
Exploitatieresultaat |
-10.612 |
-6.050 |
-4.562 |
-5.027 |
-5.585 |
Netto financieringslasten |
12.157 |
9.266 |
2.891 |
9.767 |
2.390 |
Resultaat |
-22.769 |
-15.316 |
-7.453 |
-14.794 |
-7.975 |
Exploitatieoverzicht 2024, ten opzichte van begroting 2024 en resultaat 2023.
Bedrijfsopbrengsten
De bedrijfsopbrengsten zijn 7,7 miljoen euro (2,5 procent) hoger dan begroot en 25,7 miljoen euro (9 procent) hoger dan in 2023. De toename van het wereldwijde vliegverkeer heeft geresulteerd in een totale bedrijfsopbrengst van 316 miljoen euro. Er was sprake van een stijging van het verkeersvolume maar ook een lichte stijging van de tarieven ten opzichte van voorgaand jaar.
(Bedragen in € 1.000) |
2024 |
Begroting |
Verschil |
2023 |
Verschil |
Heffingen en-route |
200.662 |
201.358 |
-696 |
182.874 |
17.788 |
Heffingen terminal |
85.616 |
82.850 |
2.766 |
79.658 |
5.958 |
Heffingen NSAA |
2.902 |
2.513 |
389 |
2.619 |
283 |
Overige opbrengsten |
27.317 |
22.041 |
5.276 |
25.598 |
1.719 |
Bedrijfsopbrengsten |
316.497 |
308.762 |
7.735 |
290.749 |
25.748 |
Bedrijfsopbrengsten 2024, ten opzichte van begroting 2024 en resultaat 2023.
Opbrengsten uit heffingen
Vergelijking met begroting 2024
Het grootste deel van de bedrijfsopbrengsten (ruim 90 procent) komt voort uit de heffingen.
De omvang van de opbrengsten uit heffingen is licht hoger dan begroot voor 2024. Ook over het jaar 2024 is de invloed van de oorlog in Oekraïne zichtbaar door verlegde routes waarbij het Russische en Oekraïense luchtruim wordt gemeden en als gevolg daarvan routes richting Azië vooral via Zuid-Europa worden gevlogen. Hierdoor zijn de en-route opbrengsten lager dan de begroting. Dit wordt gecompenseerd door hogere terminalopbrengsten ten opzichte van de begroting.
Vergelijking met 2023
De stijging van de opbrengsten uit heffingen (9 procent) ten opzichte van 2023 wordt verklaard door een toename van het verkeersvolume en een tariefstijging van zowel het en-route- als het terminaltarief. Het wereldwijde herstel van het vliegverkeer zette door in 2024, wat zich uitte in de toename van het verkeersvolume. De doorgevoerde tariefstijging is het gevolg van de afspraken in de prestatiesturing. Het aantal service units is in 2024 voor en-route en terminal hoger dan het voorgaande jaar (6,3 procent respectievelijk 6,5 procent).
NSAA-heffingszone
De NSAA-heffingszone laat een stijging zien ten opzichte van de begroting. De stijging ten opzichte van de begroting komt doordat ook in deze heffingszone meer vluchten afgehandeld zijn dan begroot (15 procent hoger dan begroot). Ten opzichte van het voorgaande jaar is sprake van een lichte daling (1 procent) van het aantal afgehandelde vluchten. Een afwijking in omvang van deze dienstverlening is niet eenvoudig te duiden. De omvang van de afgehandelde vluchten is afhankelijk van de offshore activiteiten die plaatsvinden op de Noordzee en daarnaast spelen de weersomstandigheden een belangrijke rol in relatie tot de omvang van de verkeersstroom. Het tarief is gestegen met bijna 12 procent ten opzichte van 2023 en dat verklaart de hogere opbrengsten in 2024.
En-route |
Terminal |
NSAA |
|
Service units 2024 |
3.013.417 |
393.383 |
9.237 |
Service units 2023 |
2.833.576 |
369.506 |
9.354 |
Ten opzichte van 2023 |
6,30% |
6,50% |
-1,30% |
Ten opzichte van begroting 2024 |
-0,30% |
3,30% |
15,50% |
Tarief 2024 |
66,35 |
217,64 |
314,12 |
Tarief 2023 |
64,3 |
215,58 |
279,97 |
Overzicht volume en tarief.
Overige opbrengsten
Overige opbrengstenVergelijking met begroting 2024 en voorgaand jaar
De hogere overige opbrengsten ten opzichte van de begroting (5,3 miljoen euro) komen voornamelijk door het integratieproject waarin militaire luchtverkeersleiding wordt geïntegreerd bij LVNL, 1ATM-gerelateerde activiteiten, waarbij de gezamenlijk gemaakte kosten worden doorbelast aan defensie. Het totaal hiervan is licht hoger dan de voorgaand jaar gerealiseerde opbrengsten. De subsidieactiviteiten en overige diensten zijn in lijn met voorgaand jaar.
Bedrijfslasten
De bedrijfslasten zijn 12,3 miljoen euro hoger dan begroot en 31 miljoen euro hoger dan voorgaand jaar. Vooral ten opzichte van voorgaand jaar is een grote stijging zichtbaar.
De hogere personeelskosten volgen voornamelijk uit een stijging van het aantal medewerkers, een hogere cao en maatregelen om het luchtverkeersleiderstekort terug te dringen.
(Bedragen in € 1.000) |
2024 |
Begroting |
Verschil |
2023 |
Verschil |
Personeelskosten |
217.720 |
209.078 |
8.642 |
192.853 |
24.867 |
Afschrijvingen |
30.745 |
31.533 |
-788 |
26.635 |
4.110 |
Algemene kosten |
78.645 |
72.022 |
6.623 |
76.288 |
2.357 |
Bedrijfslasten |
327.109 |
312.633 |
14.476 |
295.776 |
31.333 |
Bedrijfslasten 2024, ten opzichte van begroting 2024 en resultaat 2023.
Personeelskosten
Vergelijking met begroting 2024 en voorgaand jaar
De personeelskosten zijn in het verslagjaar 8,6 miljoen euro hoger dan begroot en ook hoger in vergelijking met voorgaand jaar (24,9 miljoen euro hoger). Er is sprake geweest van een cao-loonsverhoging gedurende het jaar en er zijn diverse maatregelen getroffen om het luchtverkeersleiderstekort terug te dringen. Deze maatregelen hebben gerealiseerd in een hogere capaciteit. Daarnaast zijn de toekomstige verplichtingen hoger door de gestegen loonkosten. Dit leidt tot gestegen toekomstige verplichtingen. In de begroting was rekening gehouden met minder aanvullende maatregelen om de capaciteit uit te breiden.
Een verdere toelichting is te vinden in paragraaf 11 ‘Personeelskosten’ en paragraaf 23 ‘Verplichtingen inzake personeelsbeloningen’ in de jaarrekening.
Afschrijvingen
De afschrijvingen zijn met 0,8 miljoen euro licht lager dan begroot. Er is voor een bedrag van bijna 49 miljoen euro geïnvesteerd in projecten in 2024. Daarnaast is voor een bedrag van bijna 59 miljoen euro aan projecten in gebruik genomen. Dit zijn enkele belangrijke projecten uit de projectportefeuille geweest en daarnaast is één project door capaciteitsproblemen tot nader order uitgesteld. Dit resulteert in de stijging van de afschrijvingskosten met 4,1 miljoen euro ten opzichte van voorgaand jaar. Het nieuwe Voice Communication System (VCS2) is met 18,0 miljoen euro het grootste in gebruik genomen project in 2024.
Algemene kosten
De algemene kosten zijn in vergelijking met voorgaand jaar 2,3 miljoen euro hoger. De onderhoudskosten zijn gestegen (2,5 miljoen euro) en huisvestingskosten zijn gedaald (2,5 miljoen euro) door lagere energiekosten. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een aantal relatief geringe stijgingen in de verschillende kostencategorieën. Ook zijn de overige personeelskosten gestegen met 0,9 miljoen euro, wat voornamelijk komt door het verder uitbesteden van de opleiding tot verkeersleider.
De kosten voor inhuur, de belangrijkste kostenpost in de algemene kosten, zijn gedaald. De kosten bedroegen 24,5 miljoen euro (2023: 26,5 miljoen euro). Er wordt ingehuurd om de huidige projectenportefeuille van LVNL te kunnen uitvoeren. Het gaat om belangrijke strategische projecten, zoals de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem (iCAS). In de begroting was rekening gehouden met een grotere daling van de inhuurkosten (5 miljoen euro lager dan de werkelijke kosten voor inhuur in 2023). Gedurende 2024 is ingehuurd voor aanvullende taken en het oplossen van personeelstekorten waardoor de inhuurkosten de begroting hebben overstegen.

Financiering
In 2024 zijn vier nieuwe leningen afgesloten bij het ministerie van Financiën voor een totaalbedrag van 51 miljoen euro. Deze leningen zijn voornamelijk gebruikt om de projectportefeuille van LVNL te financieren. De toekomstige financieringsbehoefte volgt de investeringsagenda van LVNL en houdt, met het oog op de omvangrijke investeringsagenda, de komende jaren nog aan. LVNL maakt ook voor de komende jaren gebruik van de leningsfaciliteit bij het ministerie van Financiën.
Daarnaast beschikt LVNL over een rekening-courantfaciliteit. De stand ultimo 2024 bedraagt 241 miljoen euro negatief. Het verlies in de jaren 2020 en 2021 als gevolg van de COVID-19-pandemie wordt vanaf 2023 in zeven jaar verrekend met de luchtvaartmaatschappijen en dat leidt tot het inlossen op de rekening-courantfaciliteit. De komende vijf jaar wordt jaarlijks circa 33 miljoen euro verrekend met de luchtvaartmaatschappijen.
Door het grote negatieve rekening-courantsaldo wordt LVNL geconfronteerd met te betalen rentelasten. De totale rentelast is fors en bedraagt over 2024 12,0 miljoen euro (2023: 9,6 miljoen euro). Doordat LVNL verplicht is om te schatkistbankieren was het niet mogelijk om het negatieve rekening-courantsaldo langlopend te financieren. Dit heeft geleid tot hogere rentelasten ten opzichte van voorgaand jaar.
Tarieven
Europese regelgeving en de Wet luchtvaart bepalen dat gebruikers van luchtvaartnavigatiediensten een vergoeding verschuldigd zijn voor de kosten van dienstverlening voor de en-route en plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten en de dienstverlening op de Noordzee (NSAA).
Nederland onderkent een drietal zogenoemde heffingszones:
Terminal, voor vliegverkeer dat zich in de nabijheid van de luchthavens Amsterdam Airport Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport bevindt en gebruikmaakt van de diensten van de plaatselijke luchtverkeersleiding. Het aantal service units dat wordt betaald voor een vlucht is afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig.
En-route, voor vliegverkeer dat gebruikmaakt van de hogere luchtlagen boven Nederland en het naderingsgebied van de luchthavens. Het aantal service units dat wordt betaald voor een vlucht is afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig in combinatie met de afstand die door het Nederlandse luchtruim wordt gevlogen.
North Sea Area Amsterdam (NSAA) voor het burgerhelikopterverkeer dat gebruikmaakt van het Nederlandse luchtruim boven de Noordzee. Voor een vlucht naar het in de Aeronautical Information Publication (AIP) gedefinieerde gebied boven de Noordzee, voor de offshore olie- en gasindustrie en windmolenparken, wordt een tarief betaald. Dit zijn de kosten van dienstverlening gedeeld door het aantal vertrekkende burgerhelikoptervluchten naar dat gebied.
Tariefbepaling
De tarieven van LVNL zijn onderwerp van consultatie met de stakeholders, worden jaarlijks bepaald en maken deel uit van het nationale tarief voor de heffingszones. Zij zijn gebaseerd op de verwachte totale kosten voor luchtverkeersdienstverlening en de verwachte verkeersontwikkeling in de betreffende zones, rekening houdend met de nog te verrekenen resultaten uit voorgaande jaren.
Jaarlijks wordt voor elke heffingszone een nationaal tarief per dienstverleningseenheid bepaald. De kostengrondslag voor de verschillende heffingszones bestaat uit de kosten van verschillende dienstverleners waarvan LVNL er één is. Andere dienstverleners zijn het KNMI, voor alle heffingszones, en het MUAC, EUROCONTROL en de NSA voor de en-route heffingszone.
De nationale tarieven worden jaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant en het Aeronautical Information Publication.