Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het bestuur en de raad van toezicht van Luchtverkeersleiding Nederland en de minister van Infrastructuur en Waterstaat

Verklaring over de jaarrekening 2024

Ons oordeel

Naar ons oordeel:

  • geeft de jaarrekening van Luchtverkeersleiding Nederland (‘LVNL’) een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van LVNL op 31 december 2024 en van het resultaat en de kasstromen over 2024 in overeenstemming met artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’, met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (‘BW’) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (‘WNT’); en

  • zijn de in de jaarrekening verantwoorde middelen rechtmatig geïnd en besteed in overeenstemming met de Nadere uitwerking controleprotocol voor LVNL 2013.

Wat we hebben gecontroleerd

Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024 van Luchtverkeersleiding Nederland te Schiphol gecontroleerd.

De jaarrekening bestaat uit:

  • de balans per 31 december 2024;

  • de volgende overzichten over 2024: het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het mutatieoverzicht eigen vermogen en het kasstroomoverzicht; en

  • de toelichting waarin opgenomen de grondslagen voor financiële verslaggeving die van materieel belang zijn en overige toelichtingen.

Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is in overeenstemming met artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’, de relevante bepalingen uit Titel 9 Boek 2 BW en de bepalingen bij en krachtens de WNT.

De basis voor ons onderdeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden, de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013 en het Controleprotocol WNT 2024 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Onafhankelijkheid

Wij zijn onafhankelijk van LVNL zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Benadrukking van de basis voor de financiële verslaggeving en de beperking in gebruik

Wij vestigen de aandacht op het onderdeel overeenstemmingsverklaring in de toelichting op pagina 96 en 97 én op het onderdeel grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot andere lange termijn personeelsbeloningen in de toelichting op pagina 107 van de jaarrekening, waarin beschreven is dat de reikwijdte van de door LVNL gehanteerde waarderingsgrondslagen van artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim zijn beperkt met betrekking tot de toepassing van IAS19/IAS19R.

Deze controleverklaring is door ons opgesteld in opdracht van LVNL, ten behoeve van de jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2024 in overeenstemming met artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’, met Titel 9 Boek 2 BW en de bepalingen bij en krachtens de WNT, alsmede de bepaling van de inning en besteding van de in de jaarrekening verantwoorde middelen rechtmatig zijn in overeenstemming met de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013.

Dit is in overeenstemming met onze opdrachtvoorwaarden met LVNL, waarvan andere partijen, anders dan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan wie deze controleverklaring wordt verstrekt niet op de hoogte zijn. Derhalve voldoet het niet aan de behoeften, belangen of omstandigheden van iedere andere partij dan LVNL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze controleverklaring kan niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Op de controleverklaring kan niet door andere partijen dan LVNL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden gesteund. PwC aanvaardt geen verantwoordelijkheid, zorgplicht of aansprakelijkheid jegens andere partijen dan LVNL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Eenieder waaraan deze controleverklaring rechtmatig is verstrekt, dient zelf te beoordelen of deze controleverklaring geschikt is voor het doel waarvoor de controleverklaring gebruikt wordt.

Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd

In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2024 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, onderdelen n en o, Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, en of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Het jaarverslag omvat ook andere informatie. Dat betreft alle informatie in het jaarverslag anders dan de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

  • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

  • alle informatie bevat die op grond van artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/ IAS19R’, Titel 9 Boek 2 BW en Artikel 9 van de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013 is vereist voor het bestuursverslag en de overige gegevens.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013, Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp 'Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R', Titel 9 Boek 2 BW en Artikel 9 van de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013.

Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole

Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening

Het bestuur is verantwoordelijk voor:

  • het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met artikel 36 lid 1 van de Verordening (EU) 2024/2803 van het Europees Parlement en de Raad gedateerd op 23 oktober 2024, met inachtneming van de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’, met Titel 9 Boek 2 BW en de bepalingen bij en krachtens de WNT;

  • het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde bestedingen en inningen in overeenstemming met de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013; en voor

  • een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of LVNL in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de activiteiten worden beëindigd of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of LVNL haar activiteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van LVNL.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid en is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de controlestandaarden is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer hier sprake van is.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.

Eindhoven, 29 april 2025

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

drs. I. Bindels RA

Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2024 van Luchtverkeersleiding Nederland

In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.

De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de Nadere uitwerking Controleprotocol voor LVNL 2013, het Controleprotocol WNT 2024, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

  • Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

  • Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van LVNL.

  • Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.

  • Het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Ook op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of LVNL haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.

  • Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde middelen in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig zijn geïnd en besteed.

Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.