Toelichting op de exploitatierekening
Toelichting op de exploitatierekening
9. Omzet
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Heffingen en-route |
200.662 |
182.874 |
Heffingen terminal |
85.616 |
79.658 |
Heffingen NSAA |
2.902 |
2.619 |
Totaal |
289.180 |
265.151 |
De omzet wordt ieder jaar berekend op basis van de gefactureerde service units/vluchten en het LVNL-tarief in de heffingszones en-route, terminal en NSAA.
De basis voor de facturatie en bepaling van het tarief ligt in internationale wet- en regelgeving. Een gebruiker van het luchtruim is verplicht luchtverkeersdienstverlening af te nemen en hiervoor een vergoeding te betalen. De gebruiker wordt gefactureerd op basis van de werkelijk gevlogen route en daarmee het gebruik van het luchtruim. Jaarlijks wordt voor elke heffingszone een nationaal tarief per dienstverleningseenheid (service unit) bepaald. De kostengrondslag voor de verschillende heffingszones bestaat uit de kosten van verschillende dienstverleners, waarvan LVNL er één is. Andere dienstverleners zijn het KNMI, voor alle heffingszones, en MUAC, EUROCONTROL en NSA voor de en-route heffingszone. De nationale tarieven worden jaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant. De facturatie vindt plaats tegen het tarief zoals gepubliceerd in de Staatscourant. Het tarief en-route is vastgesteld door de Statenvertegenwoordigers in de Uitgebreide Commissie van EUROCONTROL. Het tarief van de heffingszones terminal en NSAA is vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
In de hier verantwoorde omzet wordt enkel het LVNL-deel in de nationale tarieven verantwoord. Het LVNL‐tarief voor en-route was in het verslagjaar 66,35 euro (2023: 64,30 euro). Voor de terminal
heffingszone was het tarief 217,64 euro (2023: 215,58 euro). Voor NSAA was het tarief 314,12 euro (2023: 279,97 euro).
De opbrengst wordt verantwoord op het moment dat de prestatie door LVNL wordt geleverd aan de gebruiker.
Nederland heeft de facturatie en inning van de en-route heffingen, uit hoofde van internationale overeenkomsten, belegd bij het Central Route Charges Office (CRCO) van EUROCONTROL. LVNL heeft de inning van de terminal heffingen eveneens uitbesteed aan het CRCO. De facturatie en inning voor NSAA wordt door LVNL zelf verricht.
Op basis van Europese wet- en regelgeving zijn bepaalde vluchten - waaronder VFR-verkeer - vrijgesteld van heffingen. Als gevolg van deze regelgeving moet de overheid ervoor zorgen dat LVNL, KNMI en NSA worden terugbetaald voor de diensten die zij voor vrijgestelde vluchten verlenen. De Nederlandse overheid heeft ervoor gekozen deze terugbetaling vanuit verrekening EUROCONTROL te laten plaatsvinden.
10. Overige opbrengsten
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Diverse opbrengsten |
15.611 |
11.684 |
Verrekening Eurocontrol |
5.812 |
4.631 |
Subsidies / bijdragen derden |
5.894 |
9.283 |
Totaal |
27.317 |
25.598 |
De diverse opbrengsten bestaan grotendeels uit de bijdrage van Defensie voor 12,7 miljoen euro met betrekking tot 1ATM (2023: 8,7 miljoen euro). Daarnaast bestaan de diverse opbrengsten uit verschillende vormen van dienstverlening zoals onderhoud van apparatuur voor derden, doorberekening van geleverde diensten aan derden en de verhuur van ruimten aan derden. In alle gevallen betreft het verrichten van dienstverlening. LVNL verantwoordt de opbrengsten op moment van levering van de dienst.
De verrekeningen EUROCONTROL betreffen de verrekeningen van de Nederlandse contributiebijdragen aan zowel de centrale EUROCONTROL organisatie als MUAC, de verkeersvolume- en kostenrisico’s van MUAC en het gedeelte van het FABEC capacity incentive scheme dat voor rekening van MUAC komt. Met het ministerie is afgesproken dat LVNL vanuit deze verrekening de uitgaven voor de vrijgestelde vluchten en VFR-verkeer bekostigt. Over het resterende bedrag, het zogenoemde vrij besteedbare deel, maakt LVNL afspraken met het ministerie. In 2024 heeft het ministerie aangegeven een deel van de verrekeningen EUROCONTROL te willen gebruiken voor het dekken van een aantal kostenposten voor de luchtverkeersdienstverlening op Bonaire en de Airspace management cell bij MUAC. Verder wordt de verrekening gebruikt voor een bijdrage aan het solidariteitsfonds dat is opgericht in verband met de oorlog in Oekraïne. Voor verdere informatie: zie toelichting 30 Gerelateerde partijen.
Subsidies / bijdragen derden bestaan voor 5,2 miljoen euro uit subsidies verkregen in het kader van investeringssubsidies vanuit het infrastructuurfonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF Transport) en vanuit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze laatste subsidies worden verstrekt door de European Climate, Infrastructure & Environment Executive Agency (CINEA). De in 2024 en 2023 verantwoorde subsidiebedragen betreffen subsidiegelden voor gemaakte exploitatiekosten van LVNL in deze projecten, dan wel compensatie van de afschrijvingskosten voor de reeds in gebruik genomen activa.
De Europese Commissie kan tot vijf jaar na afronding van het project een audit uitvoeren op de ingediende declaraties (juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van onder andere aanbestedingstrajecten en of kosten in de juiste periode verantwoord zijn).
Naast de vrijval voor CINEA subsidies bestaan subsidies/bijdragen derden uit:
Een vrijval van een door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verstrekte subsidie om de impact van onbemande luchtvaart te verkennen (369 duizend euro vrijval).
Een vrijval van een door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verstrekte subsidie ter verbetering van de informatiehuishouding (174 duizend euro vrijval).
Een vrijval van een door Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) verstrekte subsidie ter verbetering van de radardekking op de Noordzee (150 duizend euro vrijval).
Overige subsidievrijvallen (28 duizend euro).
11. Personeelskosten
Op totaalniveau zijn de personeelskosten gestegen ten opzichte van voorgaand jaar. In 2024 heeft een cao verhoging plaatsgevonden conform de cao-afspraken van 4,75% per januari en 2,5% per juli. Per saldo is daarmee sprake van hogere gemiddelde kosten per medewerker. De andere lange termijn personeelsbeloningen zijn gedaald door minder uitkeringen in ambtsjubilea. De overige personeelskosten zijn gedaald doordat er in 2024 een lagere eenmalige uitkering heeft plaatsgevonden ten opzichte van 2023.
Korte termijn personeelsbeloningen
De sociale lasten zijn met name gestegen door een stijging van het maximum premieloon 2024 ten opzichte van 2023, een stijging van het aantal fte en stijging van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering.
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Korte termijn personeelsbeloningen |
166.692 |
142.949 |
Vergoedingen na uitdiensttreding |
42.267 |
38.011 |
Andere lange termijn personeelsbeloningen |
1.135 |
3.468 |
Overige personeelskosten |
7.626 |
8.425 |
Totaal |
217.720 |
192.853 |
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Salarissen |
151.231 |
129.762 |
Sociale lasten |
15.461 |
13.187 |
Totaal |
166.692 |
142.949 |
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Pensioenlasten |
20.512 |
18.163 |
Pensioenlasten FLNA/IKV uit lopende exploitatie |
21.755 |
19.848 |
Totaal |
42.267 |
38.011 |
Vergoedingen na uitdiensttreding
De vergoedingen na uitdiensttreding bestaan uit de:
Af te dragen pensioenpremie aan het ABP voor actieve en niet-actieve personeelsleden.
Vergoedingen die LVNL betaalt aan de FLNA/IKV-gerechtigden die in het boekjaar gebruikmaken van de FLNA/IKV-regeling (niet-actief personeel) voor zover deze rechten niet zijn afgefinancierd.
De reguliere pensioenlasten zijn gestegen ondanks dat de totale pensioenpremie van de gemiddelde werknemer lager was in 2024 dan in 2023. De pensioenpremie is in 2024 gedaald van 27,9% naar 27,0%.
Het effect van de verlaging van de reguliere pensioenpremie was beperkt en door de stijging van cao zijn de pensioenkosten hoger vergeleken met voorgaand jaar. De pensioenkosten voor FLNA/IKV zijn met 1,9 miljoen euro gestegen doordat er meer mensen gebruik maken van de FLNA/IKV-regeling ten opzichte van voorgaand jaar en het effect van de cao stijgingen.
De dekkingsgraad en grondslag van het ABP zijn vermeld in onderstaande tabel:
ABP |
2024 |
2023 |
Dekkingsgraad |
111,9% |
110,5% |
Grondslag |
actuele marktrente |
actuele marktrente |
Peildatum |
31-12-2024 |
31-12-2023 |
De dekkingsgraad van het ABP is beperkt gestegen.
Andere lange termijn personeelsbeloningen
Onder de andere lange termijn personeelsbeloningen worden de kosten voor de ambtsjubileumuitkeringen verantwoord. De kosten bestaan uit de dotatie aan de voorziening gratificatie bij ambtsjubilea als gevolg van de loonontwikkeling voor de komende jaren (0,8 miljoen euro), de kosten voor de reguliere opbouw van de voorziening (1,2 miljoen euro). Door de stijging van de disconteringsvoet (-0,5 miljoen euro) en enkele overige componenten (-0,4 miljoen) is er een vrijval van -0,9 miljoen euro. Per saldo is ultimo 2024 sprake van een dotatie van 1,8 miljoen euro. Hiervan wordt 0,7 miljoen euro onder de rentelasten verantwoord. Voor een verdere toelichting zie toelichting 23 Verplichtingen inzake personeelsbeloningen.
Onder de overige personeelskosten worden onder andere de vergoedingen voor reiskosten woon-/ werkverkeer verantwoord. Daarnaast worden kosten verantwoord voortkomend uit dotaties aan de overige personele voorzieningen. Deze kosten zijn hoger dan voorgaand jaar.
Bezetting ultimo 2024
Het aantal actieve medewerkers van LVNL bedroeg op 31 december 2024, op basis van fulltime equivalenten (38 uur) 1.161 fte (2023: 1.082 fte). Het totaal aantal medewerkers inclusief FLNA/IKV, in opleiding en overig bedroeg 1.343 fte (2023: 1.256 fte). Er zijn 37 FTE werknemers werkzaam buiten Nederland (2023: 30 fte).
12. Afschrijvingen
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
---|---|---|
Totaal |
4.221 |
4.423 |
Materiële vaste activa |
26.524 |
22.212 |
Gebruiksrechten |
4.221 |
4.423 |
Totaal |
30.745 |
26.635 |
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Gebouwen en terreinen |
3.161 |
3.078 |
Verkeersleidingsapparatuur |
14.205 |
11.971 |
Overige bedrijfsmiddelen |
6.421 |
5.896 |
Subtotaal |
23.787 |
20.945 |
Bijzondere waardevermindering activa in aanbouw |
3.518 |
1.021 |
Buitengebruikstellingen |
-781 |
246 |
Totaal |
26.524 |
22.212 |
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Gebruiksrechten gebouwen en terreinen |
2.831 |
2.688 |
Gebruiksrechten overige bedrijfsmiddelen |
1.390 |
1.735 |
De bijzondere waardevermindering heeft geheel betrekking op afwaardering van activa in aanbouw van het project Centralised Based. De buitengebruikstelling betreft een positief resultaat op het voorgaand jaar volledig afgewaardeerde project WAM/ADS-B. Zie verder toelichting 16.
13. Algemene kosten
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Inhuur personeel |
24.487 |
26.450 |
Onderhoudskosten |
14.372 |
11.832 |
Huisvestingskosten |
8.843 |
11.329 |
Overige personeelskosten |
9.284 |
8.134 |
Gebruiksrechten |
6.485 |
5.614 |
Onderzoek, ontwikkelkosten en projectkosten |
3.745 |
3.636 |
Verzekeringskosten |
2.240 |
2.139 |
Accountants- en advieskosten |
3.422 |
2.934 |
Kantoorkosten |
2.413 |
2.279 |
Reis- en verblijfskosten |
2.658 |
1.722 |
Meetkosten VKL apparatuur |
364 |
362 |
Wagenpark |
253 |
223 |
Overige algemene kosten |
78 |
-366 |
Totaal |
78.644 |
76.288 |
De algemene kosten stijgen op totaalniveau met 2,4 miljoen euro.
De belangrijkste stijgingen onder de algemene kosten doen zich voor bij de onderhoudskosten (2,5 miljoen euro) ) door het afsluiten van nieuwe onderhoudscontracten, reis- en verblijfskosten (0,9 miljoen euro) als gevolg van toegenomen dienstreizen, de gebruikersrechten (0,8 miljoen euro) als gevolg van gestegen kosten voor licentiecontracten (zie toelichting 17) en de overige personeelskosten (1,1 miljoen euro) in verband met uitbesteding van een deel van de opleiding tot verkeersleider. De belangrijkste dalingen onder de algemene kosten doen zich voor bij de huisvestingkosten (2,5 miljoen euro) als gevolg van de dalende energie prijzen en het inhuur van personeel (1,9 miljoen euro).
De accountantskosten onder de post accountants- en advieskosten bedragen in 2024 327 duizend euro (2023: 400 duizend euro) voor de jaarrekeningcontrole en subsidiecontroles.
Totaal |
327 |
- |
327 |
(bedragen in € 1.000) |
PricewaterhouseCoopers |
Overige dienstverlening PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. |
Totaal 2024 |
Onderzoek van de jaarrekening |
279 |
- |
279 |
Overige controleopdrachten |
48 |
- |
48 |
Niet controleopdrachten |
- |
- |
- |
14. Financieringsbaten en -lasten
(bedragen in € 1.000) |
2024 |
2023 |
Rentebaten |
-69 |
-57 |
Geactiveerde rente op activa in aanbouw |
-868 |
-928 |
Financieringsbaten |
-937 |
-985 |
Rentelasten |
11.965 |
9.588 |
Koersverschillen |
13 |
6 |
Rente voorzieningen personeelsbeloningen |
798 |
711 |
Rente leaseverplichtingen |
295 |
429 |
Bankkosten |
23 |
18 |
Financieringslasten |
13.094 |
10.752 |
Netto financieringslasten |
12.157 |
9.767 |
De netto financieringslasten zijn in 2024 sterk gestegen ten opzichte van 2023. De stijging van de rentelasten wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoge rente die betaald wordt over het negatieve saldo op de rekening-courant.